Om te groeien, heeft een plant
lucht,
licht,
voeding,
warmte en
koolstofdioxide nodig.
Dit zijn de groeifactoren van een plant.
De natuur bewerkt de grond ook, door middel van regen, droogte, vorst, mollen, wormen, insecten en schimmels.
De belangrijkste voedingstoffen (hoofdelementen) voor planten zijn
Daarnaast hebben ze ook kleine hoeveelheden nodig van sporenelementen als
Op verpakkingen staat verschillende codes: 12-18-10 = 12% stikstof, 18% fosfor, 10% kalium
De hoeveelheid bereken je door uit te gaan van kg.
Stikstof
is nodig voor de groei en de vorming van bladgroen. Door bladgroen kan een plant zuurstof opnemen.
– Fosfor
bevordert de groei en zorgt bij jonge planten voor een goede ontwikkeling van de wortels.
– Kalium
is belangrijk voor de waterhuishouding in de plant. Door een tekort aan kalium kan een plant uitdrogen.
Organische mest bestaat uit meststoffen die afkomstig zijn van dieren of planten. Er zijn verschillende soorten.
– Dierlijke mest: mest die afkomstig is van dieren.
– Compost: mest afkomstig van oude plantenresten.
– Groenbemesting: mest afkomstig van verse plantenresten, zoals klavers en lupinen.
Anorganische mest
Anorganische mest wordt in de fabriek gemaakt. Je noemt deze mest ook wel kunstmest.