Basislijst plantenkennis PO
 
(Advertentie)
(Advertentie)

Mens en natuur MN 01
Aard van natuurwetenschappen 
Aard van technologie
 
MN 02 Vraagstukken
MN02.1 Gezondheid
MN02.2 Duurzame ontwikkeling
MN02.3 Technologische ontwikkeling

MN 03 Werkwijzen
MN03.1 Onderzoeken
MN03.2 Ontwerpen
MN03.3 Modelgebruik – ontwerp
MN03.4 Praktisch handelen

MN04 Denkwijzen
MN04.1 Patronen
MN04.2 Systemen
MN04.3 Schaal, verhouding en hoeveelheid
MN04.4 Relaties en verbanden

MN05 Signalen en informatie (concepten)
MN05.1 Golven en straling
MN05.2 Signaalverwerking in het organisme
MN05.3 Automatische systemen

MN06 Energie en wisselwerking
MN06.1 Kracht
MN06.2 Energie

MN07 Overleven van organismen
MN07.1 Instandhouding van een organisme
MN07.2 Leefomgeving en biodiversiteit

MN08 Natuurlijke grondstoffen en materialen
MN08.1 Stoffen en reacties
MN08.2 Winning, productie en bewerking

MN09 Aarde en klimaat
MN09.1 Aarde
MN09.2 Weer en klimaat

MN10 Heelal en tijd

(Advertentie)
  • − ontmoeten, verwonderen en beseffen van de grote verscheidenheid aan planten, dieren en paddenstoelen (schimmels)

 

  • − ervaren van schoonheid en esthetische waarde van natuur voor de mens

 

  • − met zorg omgaan met planten en dieren

  

  • ordenen en indelen van planten en dieren in hoofdgroepen en soorten (plantenrijk en dierenrijk)

 

  • − verkennen van overeenkomsten en verschillen tussen onderdelen van verschillende plantensoorten en tussen onderdelen van verschillende diersoorten

 

  • − kennismaken met de begrippen organisme, orgaan en cellen

 

  • − kennismaken met inwendige organen van dieren

 

  • − verkennen van overeenkomsten en verschillen van onderdelen bij (zaad-)planten en vergelijken van (inwendige) organen van (zaad- )planten met die van dieren en de mens

 

  • vergelijken van organen van dieren met die van de mens en van (zaad-) planten

 

  • onderzoeken van het verband tussen vorm en functie bij (onderdelen van) planten en bij (onderdelen van) dieren

 

  • ordenen en op naam brengen van, planten (en paddenstoelen) en dieren uit de omgeving met behulp van passende determineersleutels (op kaart en computer)

 

  • − onderzoeken van het 'sociale verband' waarin dieren leven

 

  • − kennismaken met fossielen en het begrip evolutie; vergelijken van fossielen met huidige planten en dieren

 

  • − onderzoeken van het 'sociale verband' de wisselwerking tussen planten, dieren, mensen en omgevingonderzoeken waarom mensen dieren houden en gewassen beheren

 

  • onderzoeken van voedselrelaties en voedselketens (of -kringlopen) met de rol van planten, dieren, schimmels en bacteriën (levenscyclus)

 

  • − reflecteren op betekenissen van dieren en planten in relatie tot voor mensen relevante technologische ontwikkelingen (bijv. op het gebied van voeding, medicijnen, apparatuur)

    

 

 

(Advertentie)
(Advertentie)
Groei, ontwikkeling, gedrag en voortplanting
  • ervaren dat voor dieren en voor de mens voedsel en water noodzakelijk zijn voor groei en ontwikkeling (opbouw, handhaving, herstel en energie)

 

  • onderzoeken hoe planten en dieren zich aanpassen aan de seizoenen en leefomgevingen (bijv. groeien of leven in 'sociaal verband')

 

  • onderzoeken van het gedrag van dieren (bijv. bodemdieren, huisdier)

 

  • beseffen dat micro-organismen betrokken zijn bij de bereiding van voedsel (bijv. gisting), bij de voedselvertering (in de darmen), bij voedselbederf en bij het vergaan van (delen van) dode organismen

 

  • onderzoeken van de basisregels van een gezond voedingspatroon en factoren die het eetgedrag en voedselkeuze beïnvloeden.
  • onderkennen van de eigen verantwoordelijkheid voor (gezonde) voeding

 

  • onderzoeken waarom mensen dieren houden en gewassen beheren

 

  • − onderzoeken van voedselrelaties en voedselketens (of -kringlopen) met de rol van planten, dieren, schimmels en bacteriën (levenscyclus)

 

  • − reflecteren op betekenissen van dieren en planten in relatie tot voor mensen relevante technologische ontwikkelingen (bijv. op het gebied van voeding, medicijnen, apparatuur)

    

 

(Advertentie)
  • uitvoeren van eenvoudige experimenten met planten (bijv. factoren die van invloed zijn op de groei) en met dieren (bijv. factoren die van invloed zijn op de voorkeuren van gronddieren zoals regenwormen); waarbij de zorg voor levende organismen niet uit het oog wordt verloren

 

  • − uitzoeken van de werking en functies van zintuigen, huid, afweersysteem, spierstelsel, skelet, bloedvatstelsel, ademhalingssysteem, spijsverteringsstelsel en voortplantingsorganen bij dieren en bij de mens

 

  • − onderzoeken welke onderdelen van planten zorgen voor functies als stevigheid, voortplanting, stofwisseling en transport

 

  • − onderzoeken van de wijze waarop de zintuigen verschijnselen als licht, kleur, geur of geluid waarnemen

 

  • − bewust ervaren van de complexe samenwerking van lichaamsdelen bij menselijk handelen en bewegen

 

  • − onderzoeken en waarnemen van het verschil tussen voortplanting door zaad en door knol, bol en uitlopers

 

  • − kennisnemen van de ontwikkelingsfasen bij de voortplanting van dieren

 

  • − beseffen dat soortkenmerken worden doorgegeven aan nakomelingen en wat daar het gevolg van is

 

  • − kennisnemen en onderzoeken van aspecten van de voortplanting van de mens en seksualiteit zoals doorgifte van erfelijke eigenschappen

 

  • − verkennen van lichamelijke veranderingen die optreden bij mensen tijdens de puberteit